Stoofperengalette
1 Verwarm de oven voor op 180 °C. Meng de bloem met de speculaaskruiden, zout en basterdsuiker. Snijd de boter in blokjes, doe ze erbij en maak met koele vingertoppen fijne kruimels. Voeg 1 ei toe en kneed kort tot een samenhangend deeg. Voeg 1-2 eetlepels ijskoud water toe als het deeg te droog is.
2 Rol het deeg uit tussen 2 vellen bakpapier met de deegroller tot een vierkante lap van ca. 30 x 30 cm en 4 mm dik. Leg tot gebruik in de koelkast.
3 Snijd de marsepein in dunne plakjes van 3 mm en snijd ook de stoofpeertjes (verwijder indien nodig het klokhuis) in de lengte in plakjes. Leg het deeg op de bakplaat en haal het bovenste vel bakpapier eraf. Verdeel de marsepein over het deeg maar laat rondom een rand van ca. 5 cm vrij. Verdeel daar de peer over en vouw de deegrand over de vulling.
4 Klop het resterende ei los en bestrijk de deegrand met ei. Bestrooi de rand met de rietsuiker en bak de galette in ca. 40 min. goudbruin en gaar. Laat iets afkoelen en serveer met vanille-ijs of crème fraîche of een toef slagroom.
Tip Je kunt kant-en-klare stoofpeertjes kopen (pot of koeling), maar je kunt ze natuurlijk ook zelf maken. Schil ca. 1 kg stoofpeertjes, verwijder het klokhuis en snijd ze in vieren. Breng ze aan de kook met 2 kleine schilletjes citroenschil (met de dunschiller), 750 ml lichte rode wijn of bessensap, 150 gram (perenrood)suiker, 1 kaneelstokje en 3 kruidnagels. Zet het vuur laag en laat op laag vuur, afgedekt in 30-40 min. gaar worden. Laat helemaal afkoelen voor de galette.